Ooit geloofde ik nog in de idealen van links. Dat was voor hun mutualiteit mij als chronisch zieke een serieuze hak zette en dan, bij overstap naar een ander ziekenfonds, ook nog eens bleek dat men ons jarenlang had voorgelogen.
Voor de goede orde: iemand die niet werkt of studeert en ouder is dan 25 kan ingeschreven worden als resident. Die persoon valt niet in een vacuum, en moet er niet als de gesmeerde bliksem voor zorgen een job te vinden om “wettelijk in orde te zijn en niet in de problemen te komen met de sociale zekerheid.”
“Iedereen telt mee. Altijd.”
Behalve een meisje met CPTSS en CVS, blijkbaar. Ik kreeg (nog maar eens) de etiketjes ‘plantrekker’ en ‘aansteller’ opgeplakt. Een norse dame achter het loket blafte mijn vader zelfs toe: “Dat ze dan gaat werken, hé zeg!”
Bij mij is rood dus niet langer troef, eerder droef genre ‘huilen met de pet op’ en permanent gecancelled.
*
Ooit vertrouwde ik ook op de plannen van Groen. Tot ze onze gemeente mee mochten besturen, dan was ik al gauw een illusie armer.
Verschillende vuilnisbakken werden weggehaald, een ongebruikelijke strategie om het sluikstorten tegen te gaan.
Niemand was verbaasd toen net het tegenovergestelde gebeurde. Luttele weken later was het mooie park herleid tot vuilnisbelt. De gedumpte rotzooi slingerde gewoon overál.
Terzelfder tijd werd, onder impuls van een Groene schepen, het bos onherkenbaar verminkt. Alle uitheemse bomen gingen tegen de vlakte. Dat was nodig, beweerde men, want ze bedreigden de inheemse soorten.
Deze eco-praatjes boeiden mij niet. Het betrof gezonde bomen, in de lente, met nesten in. Tientallen ontheemde vogelfamilies waren blijkbaar niet meer dan ‘collateral damage’. Mijn bloed kookte; niet in mijn naam, niet met mijn stem, verdomme!
Ook moest iedereen plots de fiets op, of ze daar nu toe in staat waren of niet.
Mijn CVS zorgt ervoor dat mijn evenwicht en coördinatie in meerdere of mindere mate (afhankelijk van wat voor dag ik doormaak) niet meer in orde zijn. Ook zijn mijn reflexen vaak te traag en voel ik me snel onzeker en nerveus.
Fietsen is voor mij dus geen optie meer en hoe langer, hoe meer, begin ik mij als voetganger geviseerd en ongewenst te voelen. Niet alleen om de “Iedereen kan fietsen” retoriek die men ons, tussen de regels door, onvermoeibaar om de oren slaat, maar ook door de recente overdaad aan overmoedige fietsers op gedeelde fietspaden en zelfs voetpaden.
Deze cowboys op tweewielers houden met niets of niemand rekening, niet met hun medefietsers die wél de wegcode respecteren, niet met gemotoriseerde voertuigen die ergens voorrang hebben, en al helemaal niet met een toevallige voetganger.
Tussen de stellingen van de Stemcheck staat onder meer: “Strengere boetes voor fietsers die zich niet aan de regels houden.”
De Groene jongens (en meisjes) antwoordden hierop resoluut “neen” want “ze willen geen heksenjacht tegen fietsers”. Een beetje ironisch, als je het mij vraagt.
De enige jacht die ik zie, is het blijkbaar willen verjagen van alle weggebruikers die geen fietsers zijn; zelfs wandelaars moeten de switch maken naar een stalen ros, of dat leid ik toch af uit de recente wedstrijd voor mensen die zich te voet of per tweewieler naar de winkel begeven. De hoofdprijs is… een fiets!
Voeg daar dan nog de onrealistische partijstandpunten over wonen en energie aan toe alsook het steeds maar buigen voor een intolerante ideologie (ten koste van zowel vrouwen- en LGTBQ-rechten als het dierenwelzijn waar ze als Groene partij voor zouden moeten strijden) en het feit dat ze ab-so-luut geen kritiek kunnen verdragen, hoe constructief ook… Ik pas met verve.
Wie blijft er dan nog over? Hieronder vindt u wat stemcheck.standaard.be zegt:
Read it and weep? Zoiets ja.